Interview toegevoegd gerechtsdeurwaarder Pieter Bas Vermeulen
De deurwaarder; een welkome gast is het vaak niet. Niemand staat erop te wachten dat hij aan de deur staat. Vaak is hij de brenger van het slechte nieuws en het teken dat het toch echt de verkeerde kant opgaat met de schulden. Maar een deurwaarder heeft ook een grote rol te vervullen. Hoe voldoe je in deze tijd aan de eisen van de opdrachtgever en verlies je tegelijkertijd ook de klant-debiteur niet uit het oog? We vroegen het aan toegevoegd gerechtsdeurwaarder Pieter Bas Vermeulen.
“Het speelveld tussen de belangen van de opdrachtgever en die van de klant-debiteur is een uiterst interessant speelveld. Bij elke zaak bekijk ik wat het meest haalbare is en wat de beste oplossing is. Binnen het speelveld, dat bestaat uit wetgeving, ethiekregels en afspraken met de opdrachtgever, beweeg ik mij”, start Pieter Bas. Deurwaarder word je niet, je rolt in het vak. Zoals hij dat zo mooi zegt. Na een HBO rechten studie wil hij zijn juridische kennis in de praktijk gaan toepassen. Hij loopt mee met een deurwaarder en proeft van deze praktijk en besluit de opleiding tot deurwaarder te gaan volgen. “Ik heb een sterk rechtvaardigheidsgevoel en dat komt als deurwaarder goed van pas.”
‘We maken geen onnodige kosten’
Deurwaarders zouden zich steeds meer gaan schikken naar de wensen van de opdrachtgever en met elkaar concurreren op basis van tarieven. “Janssen & Janssen is uiterst kritisch en alert op het maken van kosten. Zo toetsen wij van te voren de haalbaarheid van een vonnis. Is de klant-debiteur bijvoorbeeld een niet-willer of een niet-kunner? We leggen niet onnodig beslag, maar kiezen voor passende maatregelen. Maar zowel de opdrachtgever als de klant-debiteur moeten zich er van bewust zijn dat incasso niet gratis is.”
“Als deurwaarder wil je de klant-debiteur bereiken. De meerwaarde van een deurwaarder is dat hij áchter de voordeur komt. Je bent de oren en ogen van de opdrachtgever. Ik spreek de klant-debiteur, ik zie hoe zijn situatie is. Ik probeer hem in beweging te krijgen. Kunnen we een betalingsregeling treffen, kunnen we hem doorverwijzen naar hulpverlenende instanties? Hoe kunnen we hem helpen binnen de kaders waarin dit mogelijk is? Door hem in beweging te brengen, bereik je het meeste.”
Zijn we niet té aardig?
Tegenwoordig zijn er talloze manieren om aan geld te komen en in de schulden te raken. Van rood staan bij de bank en geld lenen bij vrienden en/of familie tot het kopen op afbetaling. Consumenten zien vaak niet dat daar hier hoge kosten aan verbonden zijn. Bijna één op de vijf Nederlanders kampt met problematische schulden. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken. Als het zo makkelijk is om geld te lenen en schulden te maken, zijn we dan niet té aardig voor de klant-debiteur? “Het feit blijft dat de klant-debiteur de openstaande rekening voor de afgenomen dienst of het product moet betalen. Wij bekijken per klant-debiteur hoe de situatie is en welke aanpak de beste oplossing geeft. We proberen al in een vroeg stadium contact te zoeken en ervoor te zorgen dat de kosten niet nóg hoger worden. Door middel van motiverende gesprekstechnieken laten we de klant-debiteur inzien wat het belang van het aflossen van de schuld is. We laten ze nadenken over de beweegredenen om tot betaling van de achterstand over te gaan. Geven ze binnen de kaders keuzevrijheid waardoor de betrokkenheid wordt vergroot.
Ook doen we aan preventie. We geven voorlichting op scholen en aan hulpverleners en doen mee aan de ‘Week van het geld’ een initiatief van Wijzer in geldzaken.
Maar boven alles geldt als er betaald moet worden: liever motiverend als het kan, maar dwingend als het moet.”